Op een dag merk je dat je kindje zijn of haar fantasietaaltje tot jou richt en daarbij op iets wijst. Dit is het punt waarop hij of zij voor het eerst door middel van taal met je probeert te communiceren. Je kindje beseft dat hij of zij dingen kan bereiken door te gaan praten.
Taalontwikkeling van je kind
Als ouder kun je veel doen om je kindje te leren praten. Naast praten, voorlezen, zingen, en alles benoemen wat je doet en ziet, vind je hier nog meer tips die de taalontwikkeling van je kindje stimuleren, Afgezien van het feit dat het heel leuk en leerzaam is om met je kindje te praten, verstevig je tegelijkertijd jullie band. Kortom, praten met je baby: het doet jou en je kindje goed!
- Beloon je kindje voor zijn of haar gebrabbel: kijk hem of haar aan en praat terug. Luister naar je kindje. Wacht op antwoord als je een vraag stelt. Misschien komt er nu nog niets terug, geef dan zelf het antwoord. Maar: hou vol! Binnenkort gaat je kindje namelijk wel antwoord geven.
- Luisteren is heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat kinderen waar mee gepraat wordt, zich qua taal beter en sneller ontwikkelen dan kinderen waar niet tegen gepraat wordt.
- Imiteer je kindje, doe klanken en gezichtsuitdrukkingen na. Als hij of zij iets ouder is, kun je zinnen en begrippen iets eenvoudiger maken, zodat je kindje het beter begrijpt. Blijf echter wel goed Nederlands praten, verval niet in een babytaaltje. Jij geeft immers letterlijk het goede voorbeeld.
Baby leren praten
Leren praten is een stuk moeilijker dan het lijkt. Er gaat namelijk een hoop werk aan vooraf! Praten is niet alleen een geestelijke inspanning, fysiek moeten er ook een aantal dingen gebeuren. Het stemgeluid wordt in de mond omgevormd tot spraak, vooral door het bewegen van de lippen, de tong, en het zachte gehemelte.
Je kindje moet zich bewust worden van het feit dat alles een naam heeft en dat de bewegingen die jij met je lippen maakt de ‘woorden’ zijn die dat aangeven. Geluid is hierbij erg belangrijk. Hij of zij moet de klank van het woord (hetzij door herkenning, hetzij door logische afleiding, denk bijvoorbeeld aan ‘woef’ en ‘hond’) bij het voorwerp kunnen plaatsen.
En dan moet het allermoeilijkste nog komen. Alle losse deeltjes informatie moeten een geheel worden. In principe moet een baby eerst leren wat taal is. Hij hoort allerlei soorten klanken. Dit zijn hele zinnen: hieruit moet hij dan woorden onttrekken. Dan moet de kleine leren begrijpen wat er tegen hem of haar gezegd wordt. Vervolgens moet hij of zij iets terug zeggen. Eerst erover nadenken wat hij of zij dan terug moet zeggen, vervolgens de woorden zoeken en ze dan ten slotte ook ‘maken’.
Het eerste woordje
Vlak voor de eerste verjaardag van je kindje merk je dat hij of zij steeds meer begrijpt wat je zegt. Je kunt kleine opdrachten geven, zoals bijvoorbeeld: ‘Zwaai maar naar papa’. De klanken die je kindje maakt, zullen uitgebreider worden. Ook zal hij of zij toonhoogte en ritmes gaan toepassen.
Het lijkt steeds meer op echt praten. Net als de eerste stapjes is het tijdstip waarop je kindje zijn eerste echte woordjes uitspreekt, afhankelijk van zijn ontwikkeling. En dat verschilt per kind. Gemiddeld is dit rond het eerste levensjaar; maar het kan ook met acht maanden zijn – of met vijftien. Sommige kinderen vinden lopen en klimmen nu eenmaal veel interessanter dan taal.
Spreekt je kind met twee jaar echter nog niet (of twijfel je al eerder over de passieve taalkennis van je kind) vraag dan een logopediste om raad. Die kan de ontwikkeling van spraak, taal en gehoor beoordelen en bepalen of er bijzondere hulp nodig is.